Rond 14 maanden verschuift het slaapritme: veel dreumesen gaan van twee dutjes naar één en hebben zo’n 12-14 uur slaap per etmaal nodig. Hier vind je heldere wakkertijden, voorbeeldschema’s en simpele routines voor bedtijd en een fijne slaapomgeving. Je leert slaapsignalen herkennen, oververmoeidheid voorkomen en omgaan met vroege wakers, nachtwakkers en opvangdagen, zodat jullie snel weer in een relaxed ritme komen.

Slaapschema 14 maanden: wat je kunt verwachten
Rond 14 maanden merk je vaak een verschuiving in het slaapritme: veel dreumesen zitten nog op twee dutjes, terwijl anderen klaar zijn voor de overgang naar één middagdutje. Gemiddeld heb je op deze leeftijd zo’n 12 tot 14 uur slaap per 24 uur nodig, vaak 10 tot 12 uur ‘s nachts en 1,5 tot 3 uur verdeeld over dutjes. De wakkertijd tussen slaapjes wordt langer: reken in de ochtend op ongeveer 3 tot 4 uur en later op de dag 4 tot 5 uur. Tekenen dat je richting één dutje gaat zijn het structureel weigeren van het tweede dutje, heel late bedtijden of vroege wakers door te veel of te laat dagslaap. Een vaste wektijd, voorspelbare eet- en speelmomenten en een consistente bedtijdroutine helpen je slaapritme 14 maanden enorm.
Kies een bedtijd die past bij de dag, meestal tussen 18.30 en 20.00 uur, afhankelijk van de dutjes. Bij twee dutjes start je het eerste dutje na 3 à 3,5 uur wakkertijd; het tweede dutje volgt 3 à 3,5 uur later. Bij één dutje mik je vaak op een start rond 4,5 tot 5 uur na wakker worden. Zorg voor een donkere, rustige kamer rond 18-20°C, beperk schermen het laatste uur en let op voldoende voeding en beweging overdag. Verwacht periodes met tandjes of sprongetjes; houd dan je schema simpel en geef het enkele dagen om te landen.
Hoeveel slaap 14 maanden: nacht, dutjes en totaal
Op 14 maanden heb je gemiddeld 12 tot 14 uur slaap per 24 uur nodig. Meestal haal je 10 tot 12 uur ‘s nachts en 1,5 tot 3 uur overdag via dutjes. Zit je nog op twee dutjes, dan duren die vaak 45 tot 90 minuten per keer; maak je de stap naar één middagdutje, dan ligt dat meestal rond 1,5 tot 2,5 uur. Variatie per dag is normaal, maar let op het totaal: als een dutje korter valt, helpt een eerdere bedtijd om toch voldoende slaap te pakken.
Word je ‘s nachts vaker wakker of ben je vroeg op, dan kan minder of te laat dagslaap de oorzaak zijn; verkort het laatste dutje en houd het totaal rond jouw ideale venster. Normaal is wat werkt en je uitgeslapen laat voelen.
Wakkertijd baby 14 maanden: dagindeling, dutjestiming en bedtijd
Op 14 maanden verschuift je wakkertijd langzaam naar langer wakker zijn tussen slaapjes. Bij twee dutjes werkt vaak: 3 à 3,5 uur tot het eerste dutje, daarna 3 à 3,5 uur tot het tweede dutje en 4 tot 4,5 uur tot bedtijd. Ga je naar één dutje, mik dan op 4,5 tot 5 uur wakkertijd in de ochtend en 4,5 tot 5,5 uur in de namiddag. Houd vaste ankers aan, zoals een voorspelbare wektijd, lunch rond 11.
30-12.00 uur en het middagdutje rond 12.00-12.30 uur. Laat het laatste dutje niet te laat eindigen (bij voorkeur vóór 16.00 uur) zodat je bedtijd rond 18.30-20.00 uur blijft. Gebruik buitenlicht en actieve speeltijd overdag, en schakel het laatste uur terug met een korte, rustige routine.
Slaapsignalen herkennen en oververmoeidheid voorkomen
Door slaapsignalen vroeg te herkennen stem je de wakkertijd van je kind van 14 maanden goed af en voorkom je oververmoeidheid. Zo blijft het slaapritme stabiel door de dag.
- Let op subtiele signalen zoals wegkijken, trager of juist onrustig spelen, drukker worden na een rustige fase, gapen, oogjes wrijven en hangerigheid; start bij de eerste tekenen binnen 10-15 minuten met een korte bedtijdroutine en pas de wakkertijd zo nodig aan.
- Voorkom de ‘second wind’ door het slaapvenster niet te missen: stresshormonen kunnen anders zorgen voor moeilijk inslapen, nachtelijk wakker worden en vroege wakers. Houd het laatste dutje kort en niet te laat, kies bij twijfel voor een iets eerdere bedtijd en bewaak een vaste wektijd.
- Ondersteun het ritme met een donkere, rustige kamer, voorspelbare routine-stappen en voldoende daglicht en beweging overdag.
Door consequent op deze punten te letten, blijf je net vóór de vermoeidheidsgrens. Dat maakt inslapen makkelijker en zorgt voor rustiger nachten.
[TIP] Tip: Hanteer 3,5-4,5 uur wakkertijd tussen dutjes en bedtijd.

Voorbeeld slaapschema baby 14 maanden
Deze vergelijking laat in één oogopslag het verschil zien tussen een stabiel 2-dutjesschema en de overgang naar 1 dutje voor een baby van 14 maanden, met wakkertijden, voorbeeldtijden en totale slaap.
| Onderdeel | 2 dutjes (14 mnd) | Overgang naar 1 dutje (14 mnd) |
|---|---|---|
| Wakkertijden (indicatie) | WW1: 3-3,5 u WW2: 3,5-4 u WW3: 4-4,5 u | Ochtend 4-5 u Middag/avond 4,5-5,5 u |
| Dutjes (voorbeeld bij 07:00 wakker) | Dutje 1: 09:30-10:15/10:30 (45-60 min) Dutje 2: 13:30-15:00 (1-1,5 u) | Middagdutje: 12:00/12:30-14:00/14:30 (1,5-2,5 u). Overgangsdagen: korte ochtendsnooze 15-20 min indien nodig. |
| Bedtijd en nachtslaap | Bedtijd 19:00-19:30 Nacht 11-12 u | Bedtijd 18:30-19:30 (eerder na kort dutje) Nacht 11-12 u |
| Totaal slaap (24 u, gemiddeld) | 12,5-14 u (2-3 u overdag) | 12-13,5 u (1,5-2,5 u overdag) |
| Geschikt wanneer / signalen | Valt vlot in slaap bij beide dutjes; bedtijd blijft vóór 19:30; geen structurele vroege wakers. | Ochtendslaapje weigeren, lange bedtijd door te lange wakkertijd, of opvang hanteert 1 dutje. |
Kort samengevat: houd 2 dutjes aan zolang je kind beide nog nodig heeft en soepel inslaapt; bij het weigeren van het ochtendslaapje of te late bedtijden helpt de overgang naar 1 middagdutje met zo nodig een vroegere bedtijd.
Op 14 maanden zit je meestal nog op twee dutjes of je bent net aan het overstappen naar één middagdutje. Een haalbaar voorbeeld met twee dutjes: wakker rond 7.00 uur, eerste dutje start na 3 à 3,5 uur wakkertijd (9.45-10.15 uur) en duurt 45-90 minuten, tweede dutje start 3 à 3,5 uur later (13.45-14.30 uur) en eindigt idealiter vóór 16.00 uur, bedtijd rond 18.30-19.30 uur afhankelijk van de dag. Ga je richting één dutje, dan werkt vaak: wakker 7.00 uur, middagdutje 12.00-12.
30 uur voor 1,5-2,5 uur en bedtijd 18.30-19.30 uur. Houd het totaal rond 12-14 uur slaap per 24 uur en schuif tijden met stapjes van 15-30 minuten op basis van je slaapsignalen. Merk je dat bedtijd te laat wordt of dat je vroeg wakker bent, verkort dan het laatste dutje of kies voor een iets eerdere nacht. Op opvangdagen of bij uitstapjes houd je dezelfde ankers aan (vaste wektijd, vaste bedtijdroutine) en compenseer je met een vroege avond als dutjes korter waren.
Slaapschema dreumes 14 maanden met 2 dutjes
Met twee dutjes draait je dag om korte, voorspelbare wakkertijden en het bewaken van een niet te late bedtijd. Reken op 3 à 3,5 uur wakkertijd tot het eerste dutje, 3 à 3,5 uur tot het tweede dutje en daarna 4 tot 4,5 uur tot bedtijd. Dutjes zijn vaak 45-90 minuten; streef naar 2-3 uur dagslaap in totaal. Laat het tweede dutje idealiter vóór 16.
00 uur eindigen, zodat je ‘s avonds tussen 18.30 en 19.30 uur naar bed kunt. Is het eerste dutje lang, knip het tweede terug naar 30-45 minuten. Houd een vaste wektijd, gebruik een korte, voorspelbare routine en reageer op slaapsignalen om oververmoeidheid te voorkomen. Vallen dutjes kort, kies dan voor een vroege nacht.
Slaapschema kind 14 maanden: overgang naar 1 dutje
De overgang naar één dutje start vaak als je het tweede dutje structureel weigert, lang wakker ligt bij bedtijd of juist vroeg wakker wordt. Bouw geleidelijk om: verleng de ochtendwakkertijd elke paar dagen met 10-15 minuten tot je rond 4,5-5 uur uitkomt en schuif het middagdutje naar 12.00-12.30 uur. Laat dit dutje 1,5-2,5 uur duren en mik daarna op 4,5-5,5 uur tot bedtijd, meestal 18.
30-19.30 uur. Op moeilijkere dagen kies je liever voor een vroege nacht dan een laat tweede dutje. Houd een vaste wektijd, een voorspelbare lunch en een korte, rustige routine om inslapen te vergemakkelijken. Reken op 1-3 weken wennen met soms kortere dutjes; consistentie helpt. Stem opvangdagen af op dezelfde ankers en compenseer met een iets vroegere bedtijd.
[TIP] Tip: Hanteer 4-5 uur wakkertijd en één middagdutje rond 12:30.

Slaapritme baby 14 maanden versterken
Een sterk slaapritme op 14 maanden bouw je met voorspelbaarheid en heldere ankers door de dag. Start met een vaste wektijd, veel buitenlicht in de ochtend en actieve speeltijd, en houd eetmomenten rond dezelfde tijden. Stem de dutjestiming af op je wakkertijden: bij twee dutjes ongeveer 3-3,5 uur in de ochtend en opnieuw 3-3,5 uur, bij één dutje mik je op 4,5-5 uur in de ochtend en 4,5-5,5 uur in de middag. Laat dutjes niet te laat eindigen zodat je bedtijd tussen 18.30 en 20.00 uur blijft. Creëer een korte, vaste bedtijdroutine van 15-20 minuten met dempend licht, weinig prikkels en voorspelbare stappen.
Zorg voor een donkere, stille kamer rond 18-20°C, eventueel met white noise, en gebruik een comfortabele slaapzak. Leg je bij voorkeur wakker maar slaperig in bed zodat je leert zelf in slaap te vallen en ‘s nachts makkelijker weer doorslaapt. Beperk schermen het laatste uur, houd nachtwakkers rustig en kort, en compenseer drukke opvang- of reisdagen met een vroege bedtijd. Consistentie is je beste vriend.
Vaste routine en ankers door de dag
Je slaapt beter als je dag voorspelbaar is, met duidelijke ankers die je biologische klok sturen. Begin met een vaste wektijd (binnen 15-30 minuten speling) en ga in de ochtend naar buiten voor licht en beweging. Plan eetmomenten rond dezelfde tijden, bijvoorbeeld ontbijt kort na wakker worden en lunch rond 11.30-12.00 uur, zodat je middagdutje logisch in het ritme past. Bouw 10-15 minuten vóór elk dutje een rustige overgang in met minder prikkels, dempend licht en een korte routine; herhaal diezelfde stappen voor de nacht.
Laat het laatste dutje niet te laat eindigen en houd bedtijd in een vast venster. Op opvang- of reisdagen houd je deze ankers aan en compenseer je variatie met een iets eerdere nacht. Consistentie geeft je lichaam houvast.
Slaapomgeving: licht, geluid en temperatuur
Met de juiste omgeving val je sneller in slaap en slaap je langer door. Maak de kamer zo donker mogelijk met verduisterende gordijnen, zeker voor vroege ochtenden en middagdutjes; een klein, warm gekleurd nachtlampje kan, maar vermijd fel blauw licht in het laatste uur. Gebruik eventueel constante white noise op laag volume om huisgeluiden te maskeren, en laat tv of muziek buiten de slaapkamer.
Houd de temperatuur rond 18-20°C, ventileer dagelijks en plaats het bedje weg van tocht, radiatoren en direct zonlicht. Kleed in laagjes met een passende slaapzak (TOG afgestemd op het seizoen) en check aan je nekje of je het niet te warm hebt. Consistente prikkelarme signalen maken je slaapomgeving voorspelbaar en rustgevend.
Slaapassociaties en zelfstandig in slaap vallen
Slaapassociaties zijn de dingen die je koppelt aan in slaap vallen, zoals wiegen, drinken tot je wegdommelt, een speen, white noise of een knuffeldoekje. Kies vooral associaties die je zelf kunt reproduceren als je ‘s nachts even wakker wordt, zodat je niet elke cyclus hulp nodig hebt. Verplaats voedingen naar het begin van je routine, sluit af met rustige stappen in de slaapkamer en leg jezelf wakker maar slaperig in bed.
Bouw hulp geleidelijk af: wieg korter, leg eerder neer en bied troost met je stem of een hand op je buik zonder steeds op te tillen. Verwacht wat protest in de eerste dagen, blijf consequent en houd de wakkertijden en kamer donkerte kloppend. Zo leer je zelfstandig in slaap vallen én beter doorslapen.
[TIP] Tip: Plan vaste tijden: opstaan 7:00, dutje 12:30, bedtijd 19:00 elke dag.

Veelvoorkomende uitdagingen en oplossingen
Vroege wakers, korte dutjes en nachtelijk wakker worden komen op 14 maanden vaak tegelijk voor en hebben meestal één van drie oorzaken: te weinig totale slaap, onhandige timing of te veel hulp bij inslapen. Check eerst de basis: maak de kamer donker, gebruik desnoods white noise en houd je wakkertijden strak. Word je structureel vóór 6.00 uur wakker, probeer dan een iets vroegere bedtijd en laat het laatste dutje niet te laat eindigen. Korte dutjes verbeter je door het slaapvenster 10-15 minuten te verlengen en je dutjeroutine te verkorten en te vereenvoudigen.
Nachtwakkers pak je aan door voedingen los te koppelen van in slaap vallen, consequent dezelfde troost te bieden en de laatste wakkertijd rustiger te maken. Weigert het tweede dutje of wordt bedtijd te laat, stap gefaseerd over naar één dutje en compenseer met een vroege nacht. Bij tandjes en sprongetjes houd je het schema simpel, bied extra nabijheid en focus op herhaalbare associaties. Op opvang- of reisdagen werk je met dezelfde ankers en stuur je bij met kleine stapjes. Zo blijft je slaapschema werkbaar en voorspelbaar, ook als de dag anders loopt.
Vroege wakers en korte dutjes
hebben vaak dezelfde oorzaken: een onhandig slaapvenster, te veel of juist te weinig dagslaap, of een slaapkamer die te licht of te rumoerig is. Maak de kamer echt donker, gebruik desnoods white noise en start de dag niet vóór 6.00 uur zodat je biologische klok niet naar voren schuift. Word je structureel te vroeg wakker, kies dan een iets vroegere bedtijd en laat het laatste dutje niet te laat eindigen.
Zet het eerste dutje niet te vroeg; schuif het elke paar dagen 10-15 minuten later tot rond 9.45-10.15 uur bij een 7.00-wekker. Korte dutjes verbeter je door de wakkertijd vooraf iets te verlengen, een eenvoudige dutjeroutine te houden en jezelf een paar minuten de kans te geven om zelfstandig weer in slaap te vallen. Consistentie maakt het verschil.
Nachtelijk wakker worden, sprongetjes en tandjes
Rond 14 maanden zorgen sprongetjes en tandjes vaak voor onrustige nachten, maar met een paar aanpassingen houd je het beheersbaar. Houd je routine herkenbaar en prikkelarm, reageer snel maar kort zodat je geen nieuwe gewoonte introduceert, en leg jezelf weer wakker maar slaperig neer zodra je tot rust bent gekomen. Controleer de basis: donkere kamer, constant achtergrondgeluid als dat helpt en een wakkertijd die niet te lang is voor bedtijd.
Bij tandjes bied je extra nabijheid, een koel washandje of bijtring en kies overdag voor wat zachtere voeding; overleg bij aanhoudend ongemak met je huisarts. Tijdens een sprongetje kun je wakkertijden iets inkorten en compenseren met een vroege nacht. Blijf consequent: na de fase valt alles meestal weer op z’n plek.
Dagopvang, reisdagen en een flexibel slaapschema
Op opvang- en reisdagen helpt een flexibel slaapschema als je je ankers bewaakt: een voorspelbare wektijd, vaste dutjetijden binnen een venster en dezelfde korte bedtijdroutine. Stem met de opvang af of dutjes rond het middaguur kunnen en vraag hoe lang je sliep, zodat je thuis de bedtijd kunt bijsturen. Onderweg zijn powernaps in wagen of auto prima; houd het laatste dutje kort en niet te laat om een te late bedtijd te voorkomen.
Schuif tijden met stapjes van 15-30 minuten en kies na een rommelige dag voor een vroege nacht. Maak de nieuwe slaapomgeving donker, gebruik vertrouwde signalen zoals je slaapzak en white noise, en plan de dag erna wat rustiger om het ritme te herstellen.
Veelgestelde vragen over slaapschema 14 maanden
Wat is het belangrijkste om te weten over slaapschema 14 maanden?
Rond 14 maanden slapen dreumesen gemiddeld 12-14 uur per etmaal: 10-12 uur ‘s nachts en 1,5-3 uur overdag, verdeeld over 1-2 dutjes. Richt op wakkertijden van 3,5-5 uur, consistente routine, maar blijf flexibel.
Hoe begin je het beste met slaapschema 14 maanden?
Start met vaste ankers: opstaatijd, lunch, dutje(s) en bedtijd. Gebruik wakkertijden van 3,5-5 uur; plan dutjes rond 9:30/14:30 of één dutje 12:00-12:30. Verduister kamer, gebruik witte ruis, observeer slaapsignalen en stel per 10-15 minuten bij.
Wat zijn veelgemaakte fouten bij slaapschema 14 maanden?
Te snelle overgang naar één dutje, langere wakkertijden en late bedtijd veroorzaken oververmoeidheid. Inconsistente tijden, te veel licht of geluid, lang laatste dutje, en sterke slaapassociaties leiden tot vroege wakers en nachtelijk wakker worden.